Zonder computer is er ook leven mogelijk. En zelfs een carrière

Door HESTER OTTER

Een mobiele telefoon heeft hij niet en het versturen van een e-mail is verspilde energie, want Lucas van Helsdingen heeft ook geen computer. Kortom: het is lastig om de 39-jarige muzikant te bereiken. En dat in een tijdperk waarin contacten onderhouden worden via msn, telefoongesprekken net zo goed via skype gevoerd kunnen worden en waarin het versturen van een handgeschreven brief een daad uit vervlogen tijden is.

Het besef dat het gros van de internetgebruikers tien jaar geleden amper wist wat de digitale snelweg te bieden had, is verworden tot een vage herinnering. Net als de mobiele telefoon is de computer met internet een verlengstuk van ons lijf geworden; weliswaar niet van vlees en bloed, maar net zo eigen.

In de woonboot van Helsdingen ontbreekt het monotone gezoem van een computer, de flikkering van een beeldscherm, gebliep van een ontvangen smsje. Het is er gewoon stil. Zijn werkkamer – waar zich ook de motor van de boot bevindt – is volgestopt met gereedschap. ,,Als ik op mijn boot werk, roepen mensen me soms toe ’Koop een boot en werk je dood’. Maar persoonlijk vind ik de tijd die ik elke dag zou besteden aan de televisie en de computer. Als ik een tijdje achter een beeldscherm heb gezeten, voel ik me zuur, leeg, ranzig.”

Nederland loopt in Europa aan kop met de inburgering van internet, concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek. In acht van de tien huishoudens staat een computer, in 1998 was dat bij zes gezinnen het geval. Tussen 1998 en 2003 steeg het internetgebruik van 16 naar 68 procent. Maar de radicale stijging van het aantal computers en het internetgebruik zette vorig jaar niet door.

Een harde kern van ’computerlozen’ blijft over. Maar wie is die kern, als je de groep die uit koudwatervrees geen toetsenbord aanraakt ervanaf trekt? Het zijn niet alleen de mannen en vrouwen die zich – wars van de moderne beschaving – verre houden van technologische vooruitgang. Het zijn ook de mensen die zich gelukkig voelen zonder computer én stevig aan hun carrière timmeren, al is er soms wel een secretaresse met computer in de buurt.

Zoals Benedicte Ficq: op internet staat ze vermeldt als een van de tien beste strafpleiters, maar zelf heeft ze het lijstje niet online bekeken. Ze is namelijk een van de weinige advocaten die zonder computer werken. ,,Ik kan niet typen, ik word tureluurs van het scherm. En ik hou van schrijven, van krassen, van papier op je bureau. Ik heb ook een mooi handschrift.”

Als ze iets wil lezen wat op het net is verschenen, printen haar collega’s het uit. Haar klanten krijgen haar telefoonnummer. ,,Als ik iets nodig heb, bel ik en dan krijg ik de informatie vaak opgestuurd. En een vakantie boeken laat ik over aan mijn partner. Toch kan ik me voorstellen dat ik ook eens aan de computer moet; als bijvoorbeeld de dossiers digitaal worden aangeleverd. Of ik zou dan weer mijn secretaresse moeten vragen ze uit te printen.”

Ook topadvocaat Willem Anker steunt op zijn secretaresse als er documenten van het net moeten worden gehaald. Als hij aan een pleidooi moet werken, maakt hij een wandeling door de tuin. ,,Dat doet wonderen”, is zijn ervaring. ,,Als ik met mijn pleidooi bezig ben, doe ik dat op de klassieke wijze: met dictafoon. Ik loop door mijn kamer, door de tuin en blijf maar inspreken. De secretaresse werkt het uit.”

Een pleidooi moet in zijn hoofd zitten, vindt Anker. ,,Zo weet ik ook wanneer alinea 8 plaats moet maken voor alinea 9 en dat regel 8 geschrapt moet worden voor een zorgvuldig, logisch pleidooi. Men vraagt soms hoe ik dat weet. Ik doe het zo al twintig jaar en het bevalt me uitstekend.”

De gebroeders Anker gebruiken beiden geen mobiele telefoon en lezen geen e-mail. ,,Ze komen nu centraal binnen op het kantoor, maar ik hou er niet van. Ik heb namelijk geen adres, geen telefoonnummer van de afzender. Kortom: ik heb geen idee wie ze zijn.” De e-mails worden voor hem uitgeprint en hij reageert per fax. ,,Ik vind het ook prettiger werken als ik geen grote machine op mijn bureau heb staan. Het scheelt heel wat ruimte.”

Computers zijn apparaten die te ingewikkeld zijn en ’te ver bij het echte leven vandaan staan’, vindt Lucas van Helsdingen. ,,Een computer bestaat uit zoveel verbindingen die een menselijke geest uiteindelijk niet kan bevatten.” Hij wil grip op zijn leven houden, wéten hoe alles werkt. ,,Daarbij heb ik de computer ook niet nodig. Ik heb vijf keer internet gebruikt, omdat anderen zeiden dat je er zoveel kon vinden. Maar wat ik zocht, vond ik niet.” Als Lucas een film wil zien, klopt hij bij een vriend aan. ,,En als ik van iemand hoor of in de krant lees dat ergens een mooie expositie wordt gehouden, dan bel ik met de plaatselijke VVV, die me verdere inlichtingen geeft.” Brieven schrijft hij op papier: met een vulpen als hij op bed ligt, met een kroontjespen aan tafel.

Er zijn zeker voordelen aan het gebruik van een computer, weet Lucas. Uit een kast pakt hij een schrift waarin hij de boekhouding doet voor een muzikaal ensemble. Het papier is gevuld met rijen tabellen en blauwe cijfers. ,,Dat zou veel handiger zijn op de computer. Maar goed, vroeger waren ze ook niets anders gewend.”

Maar de druk om een computer aan te schaffen, wordt steeds groter, betreurt Lucas. Zo gaat de Postbank papierkosten in rekening brengen, om de klanten zo te ’stimuleren’ internet te gebruiken voor overschrijvingen. ,,Het is net alsof het níet hebben van een computer als een luxe wordt gezien waar je eigenlijk geen recht op hebt.” Toch zal hij zo lang mogelijk blijven schrijven. ,,Ik hou van brieven waarin gekrast is, waarvan je weet dat de schrijver zich erover heen heeft gebogen. Kreukels, inktvlekken, zweet. Zo’n brief leeft tenminste.”

Jan Steyaert, docent aan de Universiteit van Antwerpen en lector aan Fontys Hogescholen in Eindhoven, moet erom lachen. Dat is nou nostalgie, vindt hij. ,,Je hoort het wel vaker: een gesprek via de telefoon zou bijvoorbeeld veel rijker zijn en meer betekenislagen hebben dan een ’anonieme e-mail’. Tja. Als iemand een equivalent voor de computer en internet kan vinden, is dat toch prima? Zo kijkt 2 tot 3 procent van hoogopgeleiden in Nederland geen televisie. Voor hen is dat een bewuste keuze en ze hebben andere alternatieven. Het is pas een slechte zaak als burgers geen computer of internet kunnen betalen of onbekend met het medium zijn én ze geen alternatieven hebben. Dan spreek je over een digitale kloof.”

Zowel Lucas van Helsdingen, Willem Anker als Benedict Ficq zijn blij dat ze geen contacten hoeven te onderhouden van e-mail, msn of via chatsessies. Benedict Ficq: ,,Ik heb niet het idee dat ik me nu meer moet haasten omdat ik geen computer of internet heb. Ik denk juist dat je met een computer nóg onrustiger leeft. Je wilt toch kijken of er iets voor je is binnengekomen.” Van Helsdingen stapt vaak op de fiets, Anker is regelmatig in cafés te vinden. Maakt een leven met computer ons minder sociaal? Steyaert: ,,In de wetenschap wordt gesproken over de erosie van het sociale kapitaal. Maar die erosie is al in de jaren zestig begonnen. De auto en de televisie hebben veel meer schuld aan deze erosie dan de computer. Dat waren de elementen waardoor mensen uit de wijk verdwenen. Door de auto konden we grotere afstanden afleggen en door de televisie hoefden we niet meer op straat te zijn voor wat beleving en zitten we nu nog als konijnen voor een lichtbak.” Steyaert denkt zelfs dat internet in het geheel niet bijdraagt aan de verschraling van contacten. ,,Tien jaar geleden was het schrikbeeld dat de virtuele contacten in de global village van internet zou concurreren met het echte sociale netwerk. Nu blijkt het vooral een overlapping te zijn van de fysieke contacten. Want met wie chatten kinderen? Met hun klasgenootjes.” Daarnaast is het kijken naar televisie een sociaal geïsoleerde activiteit, zegt Steyaert. ,,Internet biedt niet alleen amusement, maar ook interactie met anderen.”

Het is niet verbazingwekkend dat hij niet zonder computer kan. ,,De computer biedt mogelijkheden voor entertainment, informatie, communicatie en transactie. Google wordt wel de toegangspoort tot wijsheid genoemd. Daar zou ik niet meer zonder kunnen. En wat is het alternatief voor communicatie zonder computer? Het schrijven van een brief? Ik heb al jaren geen persoonlijke brief meer gekregen en geschreven? Waarom zou ik eigenlijk een brief gaan schríjven?”

Toch is er wel één nadeel aan de digitalisering, weet Steyaert. ,,Ik bestel nu vaak boeken via proxis.nl. Hierdoor mis ik dat ik toevallig eens een prachtig boek in handen krijg dat ik van tevoren niet in gedachten had.”